Deze oefening verbetert de set up en de swingbeweging met de putter en zal tot een betere impact leiden op de bal, zodat je minder putts zal nodig te hebben. Leg 3 golfballetjes rond een hole als volgt. De afstand van de balletjes tot de hole is telkens ongeveer 1,50 meter. Zoek in de buurt een vlak gebied waar je 3 clubs kunt neerleggen volgens de foto hierboven. Eén club parallel met de puttinglijn en 2 clubs er haaks op. Tussen de twee haakse clubs laat je een afstand van iets meer dan de breedte van het clubhoofd van je putter.
Nu adresseer je en kijkt of de balpositie, je voeten en je schouders evenwijdig staan met de parallelle club. Dan doe je de putbeweging en zorgt ervoor dat het clubhoofd de 2 haakse clubs nergens raakt. Je kijkt ook of je backswing niet te veel inside of outside van de parallelle club beweegt. Probeer deze oefening te doen met minstens drie ballen.
Ga dan de overige 3 ballen rond de hole proberen uit te putten volgens dezelfde beweging. Probeer met 1 putt uit te holen. Telkens je mist, begin je de oefening helemaal opnieuw. Als je deze techniek regelmatig oefent, zal je vast en zeker een betere putter worden!