Basisprincipes voor Chippen

02.06.2016 - David De Vroey

De meeste golfers zijn dol op het slaan van enorme drives van 240 meter op de fairway. Maar het is het korte spel, waarmee je echt slagen van je scores af kunt halen. Het helpt je ook bij het drastisch verlagen van je handicap. Helaas is het korte spel (shortgame) een deel van het spel dat spelers vaak verwaarlozen bij het oefenen. Het resultaat hiervan is een gebrek aan vertrouwen in dit deel van het spel, zoals ik bij zoveel spelers zie waar ik de afgelopen jaren meegewerkt heb.

Een van de sleutels naar succes in het korte spel is de juiste techniek. Veel golfers kennen de de juiste techniek van het chippen, pitchen of putten niet. Dit gebrek aan kennis zorgt voor een slecht kort spel. De andere sleutel is zelfvertrouwen. Hoe meer zelfvertrouwen je hebt, hoe waarschijnlijker het is dat je de slagen kunt slaan die je wilt en nodig hebt om je score te verlagen en je handicap te verlagen. Deze informatie zal je helpen om zelfvertrouwen te ontwikkelen welke je nodig hebt om je chippen te verbeteren en je scores en handicap te verlagen.

Basisprincipes voor Chippen:

Een chipslag is een lage bal die veelal op de green landt en naar de vlag rolt. Hoe je hem uitvoert, hangt af van de situatie, maar net als een goede pitchslag kan een chip je slagen besparen, indien hij goed wordt uitgevoerd. Het is een ideale slag als je vlakbij de green ligt zonder obstakels tussen jou en de vlag. Je kunt chippen met een ijzer 8 of 9. Ga staan met een licht open stand met je gewicht naar voren. Leg de bal dichter naar je achterste voet en houd je handen voor de bal. Als laatste pak je de club wat lager vast, een centimeter of 10, voor meer controle.

Je kunt ook chippen met een wood met wat meer loft, zoals Greg Norman deed in 1994 in de Dubai Desert Classic. De zool van een wood met veel loft is plat, waardoor het haast onmogelijk word om achter de bal met de club in de grond te slaan. In plaats daarvan glijdt de club over de ondergrond. Daardoor kun je de bal met een klein boogje op de green laten landen en hem daarna naar de hole laten rollen.

Sleutels bij het chippen:

  1. Neem de correcte setup in.
  2. Pak de club wat lager vast.
  3. Mik op een punt op de green.
  4. Knik de polsen een klein beetje bij de takeaway.
  5. Handen leiden in de hitting zone.
  6. Houd je polsen stevig bij impact.
  7. Maak je swing af (folllow through).

Adresseer de bal met een beetje open stand, omdat dat ervoor zorgt dat je heupen uit de weg zijn en je dus meer ruimte krijgt. De volgende stap is om een punt op de green uit te kiezen waar je de bal wil laten landen. Draai vervolgens weg en laat je polsen een klein beetje knikken.

Sla neer op de bal met gevoel en touch, waarbij je je handen laat leiden door de hitting zone. houd de polsen stevig en recht bij impact. En zorg ervoor dat je polsen niet doordraaien bij de follow through. Het terugbrengen van de handen en armen naar waar ze waren bij het adresseren, helpt bij het juiste contact met de bal en de grond. Blijf ontspannen en los gedurende de hele slag.

Drills:

Leg twee clubs op de grond op het punt van waar je wil gaan chippen. Leg ze neer als een tramrails en lijn ze op richting je doel. Leg nu een bal in het midden en swing de club tussen de twee clubs op de grond.

Oefen op het gebruiken van je linkerhand (voor rechtshandigen) om op de bal neer te slaan. Gebruik een versnellende beweging en houd je pols stevig op het moment van impact. Als je dit correct uitvoert, zal deze oefening je leren hoe je de bal met een versnellende beweging kunt slaan in plaats van een scheppende.

Beide drills verbeteren je chippen. Oefen ze regelmatig. Zorg ervoor dat je de afstanden varieert van de slagen voor betere resultaten. Oefen ook vanuit hoger gras. Je zult merken dat de bal dan heel anders kan reageren. Dat moet je weten voor het geval je de green hebt gemist op de baan en je vanuit het hoge gras moet chippen.

Hopelijk heb ik jullie een beetje kunnen helpen met deze tips en we zien elkaar snel terug op de practice van AGS.

Alle nieuws